De hele maatschappij zou zich bezig moeten houden met preventie
Hoe draagt de fysieke en sociale leefomgeving bij aan een gezonder leven? Dat onderzoekt Mariëlle Beenackers binnen de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg, binnen het programma Prevention and Equity. ‘Om de druk op de zorg te verminderen, moeten we ervoor zorgen dat de instroom van patiënten afneemt’.
Mariëlle is ook programmaleider CEPHIR (zie kader): een netwerk van de gemeente Rotterdam, de GGD’s Rotterdam, Zuid Holland Zuid, Zeeland en het Erasmus MC.
Wat doet CEPHIR?
‘Samen richten we ons op preventie en publieke gezondheid. Dat doen we voornamelijk via kennisdelen en het opzetten en uitvoeren van gezamenlijke onderzoeksprojecten.
We beantwoorden vragen die leven in de praktijk en bij beleidsambtenaren en organiseren regelmatig openbare seminars om kennisuitwisseling te stimuleren. Door gezamenlijke aanstellingen en korte communicatielijnen versterken we elkaar en zorgen we ervoor dat ons onderzoek direct maatschappelijke impact heeft. Dat sluit mooi aan bij onze onderzoeksambities in Koers28: Focus op Maatschappelijk gedreven onderzoek.’
Waarom is preventie voor ons een belangrijk speerpunt? Als UMC is onze primaire taak tertiaire zorg?
‘Ik denk dat er meerdere redenen voor zijn. Ten eerste kampen we met hoge zorgkosten en een tekort aan zorgpersoneel. Om de druk op de zorg te verminderen, moeten we ervoor zorgen dat de instroom van patiënten afneemt. Dus eigenlijk zou de hele maatschappij zich wel bezig moeten houden met preventie om die last terug te dringen.
Daarnaast is het Erasmus MC een van de grootste werkgevers in de stad. Dan heb je ook een verantwoordelijkheid om bij te dragen aan de gezondheid van die stad. Dat kunnen we doen door in te zetten op preventie.
En hoewel onze primaire taak tertiaire zorg is, kunnen we niet negeren dat gezondheidsproblemen vaak voortkomen uit een opeenstapeling van sociale factoren, omgevingsfactoren en leefstijlfactoren. Onze patiënten komen niet in een vacuüm binnen met dat ene probleem: hun persoonlijke omstandigheden, zoals hun geschiedenis, woonsituatie, werkdruk en sociale netwerk, hebben vaak invloed op hun ziekte en de effectiviteit van behandelingen. Binnen de afdeling Maatschappelijke Gezondheidszorg en de academische werkplaats CEPHIR doen we veel onderzoek hoe die omstandigheden invloed hebben op gezondheid.’
Heb je een voorbeeld van hoe dit doorwerkt in het werk van onze zorgverleners?
‘Ja, praktische factoren kunnen een belemmering vormen om naar het ziekenhuis te gaan. Als iemand op uurbasis werkt en bij elke afspraak loon misloopt, kan het moeilijker zijn om consequent te komen. Financiële onzekerheid en werkdruk kunnen dus direct van invloed zijn op het behandelplan.
‘Maar ook stress en andere levensomstandigheden dragen bij aan gezondheidsproblemen, zoals hartklachten. Wanneer stress niet te verminderen is, kan dit negatieve invloed hebben op het aanslaan van de behandeling.
Kan regionale (of landelijke) samenwerking helpen om dit op te lossen?
‘Ik heb vooral ervaring met regionale samenwerking en dat kan enorm helpen. Omdat alles met elkaar verbonden is. Gemeenten, onderwijsinstellingen, werkgevers en zorginstanties hebben allemaal invloed op gezondheid. Door samen te werken, kunnen we elkaar versterken, beter afstemmen en dezelfde richting opgaan.’
‘Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen welzijn en zorg. Veel klachten bij de huisarts hebben geen medische oorzaak, maar kunnen beter worden aangepakt binnen het welzijnsdomein. Door deze verbindingen te versterken, kunnen we de zorg efficiënter maken en onnodige doorverwijzingen naar het ziekenhuis voorkomen.’
‘En ik moet denken aan een recent gestart initiatief vanuit het Sophia, waarbij iemand van de gemeente één dag per week aanwezig is om ouders met financiële stress te ondersteunen via schuldhulpverlening. Dit helpt niet alleen de ouders, maar ook de gezondheid en het herstelproces van hun kinderen.’
Wat kunnen collega’s nu al kunnen doen?
Ga het gesprek aan met je patiënt. Dat is belangrijk om inzicht in de leefwereld van die patiënt te krijgen. In bovengenoemd voorbeeld over de schuldhulpverlening is een speciale vragenlijst beschikbaar om financiële problemen bespreekbaar te maken. Hierop staan vragen als: ‘Er zijn veel patiënten die geldzorgen hebben, hoe is dat voor u?’
En het is goed om te weten welke ondersteuning beschikbaar is en hoe eenvoudig doorverwijzingen geregeld kunnen worden. Dat is nog wel een uitdaging. Ik zou dat graag gemakkelijker maken. Een goed voorbeeld is de doorverwijzing bij stoppen met roken. Dat is nu een veld in HiX, dus met een eenvoudige invuloefening is de doorverwijzing geregeld.’

‘Collega’s die ideeën hebben over een onderzoeksvraag of zorgen rondom leefomgeving en gezondheidsverschillen kunnen altijd aankloppen bij MGZ om dit te bespreken. Dan kunnen we samen kijken wat er mogelijk is.’
CEPHIR is de academische werkplaats Publieke Gezondheid voor de regio’s Rotterdam-Rijnmond, Zeeland en Zuid-Holland Zuid.
Samen met onderzoekers, beleidsmakers, bestuurders en professionals werkt CEPHIR aan een vitale stad en het terugdringen van gezondheidsachterstanden in Rotterdam en in de regio, door middel van onderzoek naar de lokale volksgezondheid en het beantwoorden van vragen uit de maatschappij.
Lees meer over CEPHIR op www.cephir.nl